Mijn dochter kwam thuis uit school met kak aan haar handschoenen. Laatst met de sneeuw leek het zo leuk – sneeuwballen gooien. Hondenpoep in speeltuinen is normaal. Maar we wonen in een van de meest ontwikkelde landen ter wereld. En elke dag zitten er kinderen onder de hondenstront. Moet dat niet gewoon afgelopen zijn?
Het was heerlijk klimmen en klauteren – tot mijn kinderen en ik ontdekten dat er overal hondenpoep in de speeltuin lag.
Speeltuinen staan vaak synoniem voor hondentoiletten. Het ergste is dat de meeste mensen die dit doen, zich daarvan bewust zijn en er expres mee doorgaan. Omdat ze vinden dat ze daar het recht toe hebben.
Ziek van de poep.
Hondenpoep zit vol ziekmakers. Kinderen kunnen er groeistoornissen door krijgen. Zowel kinderen als volwassenen kunnen onder andere darmkwalen, astma, huidirritaties, diarree en hoofdpijn krijgen door de bacteriën en spoelwormen en parasieten.
Twintig vlaggetjes waren snel op.
Er is te weinig aandacht voor het probleem. Daarom heb ik in de speeltuin waar ik zoveel drollen aantrof, een vlaggetje in elke drol geplaatst. De twintig vlaggetjes die ik had meegenomen, waren algauw op en toen was slechts een klein gedeelte van de totale speelgelegenheid bevlagt.
Daarna heb ik samen met mijn kinderen een spandoek ‘Speeltuin Poep-Hindernisbaan’ opgehangen. En de krant gebeld, waar een uitgebreid artikel in verscheen naar aanleiding van mijn verhaal.
Nee geen katten.
In het gras bij de school in de buurt ligt elke dag poep en daar spelen de schoolkinderen iedere dag buiten tijdens de pauzes. Op de verscheidene speelterreinen in de buurt liggen bijna overal hondendrollen.
En nee – het zijn géén kattendrollen. Ik zie de baasjes met hun honden lopen en ik zie dat ze het laten liggen.
Kinderen vol gesmeerd met hondenpoep.
Dagelijks zitten er kinderen vol met hondenpoep. Kinderen merken vaak niet meteen dat ze erin trappen, smeren vervolgens de bal en de glijbaan en het schoolplein vol, trekken hun schoenen uit, proberen hun handen te wassen en besmeuren ondertussen ook de deurklinken en de kraantjes en wasbakken met poep.
En dus iedereen.
Laatst met de sneeuw leek het zo leuk – sneeuwballen gooien. Tot mijn dochter thuis kwam uit school met kak aan haar handschoenen. Benieuwd wie die sneeuwbal in het gezicht heeft gekregen.
Acties gemeente hondenpoep in speeltuinen.
Vorig jaar heb ik een brief naar de gemeenteraad gestuurd vanwege de overlast in de speeltuin die grenst aan mijn achtertuin. Op een dag kwam mijn zoon volledig onder gesmeerd binnen:
Mam, ik dacht opeens wat stinkt het hier.
Schoenen vol. En ook het trapje van de glijbaan, de glijbaan zelf, handen, jas, broek, deurklink, vloer et cetera.
Vervolgens zijn een gemeenteraadslid en een medewerker van de wijk bij mij thuis langs geweest en hebben zij de buurt bekeken. Daarna is er een hondenverbodsbord in het speeltuintje geplaatst, een poepprullenbak bij het winkelcentrum neergezet en er zouden boa’s wat vaker langs de school gaan lopen.
Het helpt allemaal niets.
Er is geen serieus beleid wat betreft hondenpoep. Want hoewel het verplicht is om hondenpoep op te ruimen op andere plekken dan in de losloopgebieden, wordt dit amper gedaan en niet gehandhaafd.
Voorstanders van poep op speelplaatsen klimmen zelfs op stoelen en gaan op pad met scharen en messen om onze poepverbodsbordjes te verwijderen.
Ik heb al vaker actie gevoerd met m’n kinderen door bordjes te maken en op te hangen in de buurt. Bij de school, op het speelveld, in de straten, bij het winkelcentrum en het voetbalveld in het park.
Overal werden de gelamineerde tekeningen en teksten binnen een paar dagen of zelfs binnen een paar uur verwijderd door hondenbezitters, die menen het recht te hebben hun hond overal te laten kakken en hondenpoep te laten liggen in speeltuinen.
Zelfs op plaatsen waar iedere dag kinderen spelen.
Verschillende keren heb ik nieuwe bordjes opgehangen. Om het moeilijker te maken ze weg te halen, heb ik die met een trap hoog aan lantaarnpalen bevestigd met vele lagen tape en ijzerdraad. Zelfs die waren in een mum van tijd verdwenen.
De tape, het ijzerdraad en de geplastificeerde tekeningen verdwenen meestal keurig in de prullenbak.
Is het nou zo moeilijk om dat ook met een drol te doen?
Nederland?
Twintig drollen in een speeltuin is helaas geen uitzondering.
In vele gemeentes is de overlast van hondenpoep vergelijkbaar. Wanneer je op internet kijkt, kom je overal kinderen, ouders en leerkrachten tegen die acties voeren, omdat er hondenpoep op speelpleinen ligt.
Er zijn vele hondenbezitters die de uitwerpselen laten liggen – gewoon – voor iemands voordeur, voor de ingang van een winkel, voor de ingang van een school, op het gras naast een basketbalveld, op een voetbalveld. En dus zelfs in speeltuinen.
Help je mee actievoeren en word je mijn abonnee op YouTube?
Nou precies hoe ik het zeg. Letterlijk. Leven na de fysieke dood bestaat. Je ziel of bewustzijn of hoe je het ook wil noemen, houdt niet op te bestaan als je dood bent. Alleen je lichaam sterft. En met die ziel is contact mogelijk. Voor mij is het geen geloof maar een weten.
Ik weet het zeker.
Hoe kun je dat nou zeker weten?
Tekens, signalen, seintjes. Ik heb allerlei dingen meegemaakt sinds mijn vader dood is. Neem van mij aan dat ik dit niet zomaar beweer.
Ben jij zo’n vaag medium?
Nee.
Ben je een oplichter?
Nee.
Heb je een glazen bol?
Nee. Ook niet.
Mmmmm. Tsja. Ben je wel in orde?
Je bedoelt psychisch? Jahoor. Geen stoornissen of iets dergelijks. Ik heb wel nieuwe ervaringen gekregen nadat mijn vader was dood gegaan. Die ik dus niet meteen kon verklaren, zoals je verstand dat graag wil doen.
Verschijnselen, gebeurtenissen, gevoelens, gewaarwordingen. Toevalligheden die iets te toevallig waren.
Eerlijk: Ik heb weleens getwijfeld aan m’n eigen psychische toestand. Zou ik gek geworden zijn?
Nee. Dat is niet het geval.
Misschien toch hallucinaties?
Ik heb ooit gewerkt met een ervaren psychiater en die vertelde dat een patiënt overal kabouters zag. Gewoon, overal. Overal waar die psychiater helemaal niks zag. En ik niet. En jij waarschijnlijk niet – tenzij je ervaring hebt met hallucineren. Maar dan had je ook niet díé kabouters gezien.
De ziektebeelden waarbij sprake kan zijn van hallucinaties, zijn niet op mij van toepassing. Je bent trouwens ook niet gek als je hallucineert. Het is een medisch verklaarbaar verschijnsel waarbij je zintuigen iets waarnemen wat er niet werkelijk is.
Zie je wel
Ik geef het toe.
Die omschrijving komt dicht in de buurt komt bij wat ik soms ervaar. Maar ik weet dat het iets totaal anders is. Mensen die hallucineren zitten meestal voor langere tijd in hun eigen werkelijkheid en hebben bijvoorbeeld last van angsten.
Die momenten waarop ik kleine dingetjes waarneem, zijn verweven in het dagelijks leven. Op de bank voor de tv, tijdens het autorijden, tijdens het aardappel schillen, wanneer ik naar de supermarkt loop.
Er kan ook sprake zijn van hallucinaties na het gebruik van drugs of medicijnen.
Nee. Dat is het ook niet.
Het komt vast door je grote verdriet
Er bestaat een soort psychologische verklaring. Voor het feit dat mensen soms opeens onverklaarbare dingen waarnemen als een geliefde is overleden. En er dus contact na de dood lijkt te zijn.
Het idee van de definitieve dood en het onverdraaglijke besef daarvan worden als oorzaak genoemd. De gedachte dat het leven absoluut eindig zou zijn, kunnen we niet aan en zou ervoor zorgen dat je hersens je iets leukers voorspiegelen.
We geloven dus liever dat het niet ophoudt. Om ons beter te voelen en om nog ergens op te kunnen hopen.
Klinkt aannemelijk. Heb ik voor mogelijk gehouden.
Maar?
Maar.
Ook een aantal jaren later, vandaag of gister bedoel ik, heb ik nog af en toe die ervaringen. Ook nu het verdriet veel minder intens is. Er zijn momenten dat ik opeens voel dat hij bij me is. Dat ik het zeker weet. Op tijden waarop ik met heel andere dingen bezig ben. Wanneer ik er absoluut niet meer bij stil sta dat hij dood is.
Opeens.
Zonder intens verdriet en gemis.
Is het gevoel er.
Dat ie achter me staat.
Dan heb je het vast gedroomd
Ik heb verschillende dingen meegemaakt. Sommige daarvan leken inderdaad op dromen. Vooral de eerste keer dat ik een beleving had, leek het op een droom (Contact na de dood (Deel 3)).
En toch.
Ik wist het na die nacht gewoon. Hij is er nog.
“Papa was bij me. Ik heb het niet gedroomd. Ik weet het zeker.”
Zo stond ik die ochtend in de woonkamer. En met die boodschap ging ik onmiddellijk m’n moeder bellen. En met die boodschap ging ik naar m’n broers.
Geloofden ze je?
Ja en nee. Misschien dachten ze toch wel stiekem dat ik het had gedroomd. Nu weet ik het volgende.
Dromen ben je een paar uur later weer vergeten. Of anders wel de volgende dag. Heel soms kun je een flard van een droom langer onthouden, bijvoorbeeld na een nachtmerrie. Sommige mensen herinneren zich niets van wat ze gedroomd hebben.
Ik droom regelmatig zeer levendig en kan ’s ochtends soms rare dromen navertellen. Alleen ’s middags weet ik er niks meer van.
Er is niets van overgebleven.
Maar?
Maar.
Die dromen van mij die dus géén dromen waren, die zie ik ook een aantal jaren later nog precies voor me. Ik hoor ze. Ik kan me het gevoel en de beelden die ik kreeg nog exact herinneren.
Er is niets van verdwenen.
Je hebt gewoon een grote fantasie
Ja. Dat klopt.
Zo kan ik ook meteen vertellen dat het geen fantasie is. Ik zou graag willen dat ik het zou kúnnen fantaseren namelijk. Dan zou ik het vaker doen.
“Toevallig is alleen datgene waarvan de bepalende oorzaken door de waarnemer over het hoofd worden gezien.” (cultureel woordenboek).
Voor mij was het geen toeval. Iets kan ook té toevallig zijn.
Dan is het gewoon onzin
Voor mij waren het ervaringen die ik nooit eerder had gehad en die ik niet kon plaatsen. Daarom voelde het raar en spannend om te vertellen. En inderdaad: Ik vond er geen herkenning in bij anderen in mijn nabije omgeving.
Ja, ja, contact na de dood.
Kletskoek?
Voordat ik zaken aanneem en redelijkerwijs voor mogelijk hou, gaat er eerst heel wat aan vooraf. Zeker bij zoiets als dit.
Ik heb me verdiept in alles. Alles wat mijn ervaringen bevestigt en alles wat mijn ervaringen onderuit haalt.
Alles neem ik mee. Dus zowel vóór als tegen.
Dus er is leven na de dood?
Ja.
En contact na de dood is echt mogelijk. Omdat ik een wetenschappelijke opleiding heb afgerond en heus wat weet over testtheorie, onderzoek, validiteit en betrouwbaarheid, theorieën en hypothesen, heb ik zelf ook getwijfeld.
Ik kan me voorstellen dat wanneer je in een aantal volgende delen van Contact na de doodleest wat ik zoal heb meegemaakt, het voor jou misschien vaag geneuzel is. Dat is het in feite ook. Vooral als je zelf niks vergelijkbaars hebt opgemerkt.
Ik geloof je niet hoor
Misschien kun je open staan voor het idee dat er meer is. Ondanks je geloof of je niet-geloven. Misschien zit het wel anders dan je tot nu toe voor mogelijk houdt of gelooft of hoopt.
Je probeert me te overtuigen en dat vind ik irritant
Snap ik helemaal. Misschien heb ik toch je nieuwsgierigheid gewekt.
En als dat helemaal niet nodig is omdat je al overtuigd wás van een leven na de dood, of als je misschien zelf wel onverklaarbare dingen hebt meegemaakt, dan heb ik misschien je geloof of weten bevestigd.
Misschien maak ik je blik ruimer. Misschien kan ik er iets aan toevoegen. Zodat je meer kanten kunt bekijken.
Hoe dan?
Als jij mij een aantal jaren geleden verteld zou hebben dat contact na de dood bestaat, zou ik je wazig hebben aangekeken.
Maar wel geïnteresseerd. Ik hoop dat jij dat ook bent.
Een foto van je prachtige kind uitgeprint boven het bed van de buurman? Vind jij het normaal dat allerlei vreemden de foto’s van je baby of van jou aan het strand kunnen uitprinten? Maar zet jij wel foto’s van jezelf en/of je kind op social media? Het plaatsen van foto’s op social media is gevaarlijk en brengt grote risico’s met zich mee. Realiseer je je dat wel? Vind je het echt normaal om persoonlijke foto’s met de hele wereld te delen? Zet jij je mooiste vakantiefoto’s op Facebook? Maak jij overal foto’s van en deel je die op Instagram? Maak jij steeds nieuwe persoonlijke filmpjes voor je vlog?
Zet jij steeds de liefste foto van je kind als profielfoto op Whatsapp?
Ik vraag me af wat de reden is dat je dat doet. Waarom mensen dat doen. Bijna iedereen doet het namelijk.
Is dat echt normaal? Ik vind van niet.
Ooit zat ik op Hyves. Zoiets als Facebook. En op een dag kreeg ik een bericht. Dat bericht was wat mij betreft privé, maar voor alle vrienden te lezen.
Schrik.
Waarom ging ik op Hyves? Ik wilde erbij horen. Mijn collega’s hadden het over niets anders tijdens de lunch. Dus. Ik zette er een foto van mezelf op en ging mensen uitnodigen om
vrienden
te worden. Kennissen, collega’s, familieleden, oude bekenden, oud klasgenoten, je kent het wel. In het begin was ik nieuwsgierig. Gluurde lekker bij anderen om te zien wat die zoal uitvraten. Best geinig en zelf zette ik er weinig op.
Niks privé. De foto’s van je kind zijn niet alleen voor je vrienden. Je foto’s op social media zetten is gevaarlijk.
Op een dag schrok ik me een ongeluk.
Het stond er al een tijdje.
Iemand feliciteerde mij op Hyves met mijn zwangerschap. In een bericht dat voor iedereen te lezen was. Die mensen die ik nooit in het echt zag of sprak – en zelfs niet op Hyves sprak – hoefden echt niet te weten dat ik zwanger was.
Vrienden? Welnee.
Ik besefte: dit is niks voor mij. Meteen ben ik voorgoed van Hyves vertrokken. Ik koos er zelf voor om bijna niks te delen, maar dat werd wel voor mij gedaan!
De hele wereld kan het zien. Denk jij dat het niet gevaarlijk is om je foto’s op social media te zetten?
Bedenk je weleens dat alles wat je op internet zet, door de hele wereld gezien kan worden? Natuurlijk zeggen ze dat websites veilig zijn. En het zal heus wel meevallen met dat de hele hele wereld het kan zien, want dat is de theorie. In de praktijk valt het heus wel mee, toch? Maar echt iedereen kan jouw foto’s zien, ze doorsturen en gebruiken. Weet jij hoe internet werkt? Kan je niet zonder wifi? Plaats je overal foto’s en filmpjes van? Ik vond een toepasselijke uitzending van Klokhuis. Erg leuk en misschien zet het je aan het denken.
Iedereen kan van alles doen met jouw foto’s.
En als jij jezelf op Facebook zet met je blote buik aan het strand? Wat is dan de boodschap naar een kind? Kinderen hebben steeds eerder een mobiel. We proberen ze te leren er veilig mee om te gaan.
Kinderen kúnnen nog niet overzien dat foto’s op social media gevaarlijk zijn.
Zowel basisschoolkinderen als kinderen in de puberteit hebben geen flauw benul van de mogelijkheden, gevolgen en de impact van het internet.
Maar kinderen kopiëren alles wat jíj doet.
Als papa een vakantiefoto van zichzelf in zwembroek naar al zijn vrienden stuurt, dan kan zoonlief toch zichzelf in bad naar al z’n vrienden sturen? En als mama pikante foto’s op Instagram zet, kan haar dochter toch een pikante foto naar haar vriendje sturen? Ja toch? Maar dat vriendje heeft een week later een nieuw vriendinnetje en stuurt dochterlief voor de grap rond op Facebook.
Lachen toch?
Je schattige babyfoto’s op social media plaatsen heeft grote risico’s. Al die hordes geliefden die als inmiddels boze ex-geliefden de intiemste foto’s het internet op sturen met naam en adres erbij?
Je naaktfoto de wereld rond en miljoenen keren bekeken?
Wil jij daar bij gaan horen?
Tuurlijk niet. Dat zou jouw partner nooit doen.
Oeps – dachten al die anderen dat niet ook?
Je kind in zwembroekje aan de muur bij een vieze kerel aan de andere kant van de wereldbol?
Onzin?
Overdreven?
Volgens mij niet. Ik bedoel niet dat je niemand moet vertrouwen. Integendeel. Maar de mensen met wie jij deelt, delen het opnieuw. Of ze kijken bij elkaar. En dan is niet iedereen meer te vertrouwen, want het zijn jouw vrienden niet meer. Als ze dat ooit al waren.
Welk voorbeeld wil je je eigen kind geven?
Wat voor voorbeeld wil je je neefje geven? Of je kleine buurmeisje? Of je kleinkind?
Dat het trots mag zijn op zichzelf en zich nergens voor hoeft te schamen?
Ja.
Dat het zichzelf op alle mogelijke manieren moet fotograferen? En zichzelf aan de hele wereld moet (laten) doorsturen, zodat elke willekeurige vreemde of bekende kan doen met die foto’s wat ie wil?
Nee.
Snap jij waarom ik niet wil delen?
Eigenlijk ben ik bang van niet. Omdat ik overal om mij heen zie en hoor en lees dat bijna iedereen overal op zit. Omdat het de normaalste zaak van de wereld lijkt om van alles wat je doet of hebt een foto te plaatsen. Maar foto’s van jezelf of je kinderen op social media zetten is gevaarlijk en kan enorme gevolgen hebben.
Je prachtige vakantiefoto.
Uitjes, hobby’s, verjaardagen, je nieuwe bikini.
Je nieuwe borsten.
Je nieuwe tattoo, je nieuwe kind, de nieuwste tandjes van je kind, de eerste lach van je kind, je etentje met vrienden.
Jij samen met je kind.
Jij samen met je nieuwe partner, je prachtige kindertraktatie voor op school, je verjaardagstaart, de verjaardagstaart van je kind, je feestoutfit met een lachende jij erin.
Je nieuwe auto.
Ik vind dit niet normaal.
Ik weiger het normaal te gaan vinden.
Waarom moet de hele wereld dat allemaal zien?
Gelikte en gelikete foto’s bekijken en bekeken worden?
Op elke social media account zitten? Prachtige foto’s van zogenaamd perfecte levens?
Ik heb geen behoefte om selfies te maken. Is het tegenstrijdig dat ik een blog begin over onderwerpen die soms persoonlijk zijn?
Misschien.
Maar schrijven met een hoger doel voor ogen vind ik iets anders. En zonder allerlei foto’s van mezelf.
Niemand heeft het alleen maar leuk.
Maar zo lijkt het wel. Als er meer aandacht zou zijn voor de binnenkant, zou je erachter komen dat iedereen meer op elkaar lijkt, dan je in eerste instantie denkt.
En achter al die schijnbaar mooie foto’s gaat heel wat leed schuil. Natuurlijk zijn er ook mensen die verdriet delen. Of die werkelijk alles delen. Ook op de foto. Maar waarom moet dat?
Wat is normaal?
Normaal is wat de meeste mensen doen. Maar moeten we dit normaal gaan vinden?
Ik vind dat ik meer toevoeg als ik foto’s laat zien van de dingen om mij heen. Ook al zit schoonheid wat mij betreft in diepgang en al het andere dan de uiterlijkheden die vergankelijk zijn, toch is er schoonheid om ons heen. En niet alleen bloemen en blauwe lucht enzo. Maar gewoon. Alles.
Het is heel simpel eigenlijk.
Kijk om je heen.
Wat zie je?
Bijvoorbeeld: Zit je binnen? Wat bevindt zich recht voor je? – Nee, niet je computer of mobiel, maar iets verder – Misschien een plant, een theekopje, een tafel, een pen? Kies een voorwerp uit en bekijk dat eens uitgebreid. Wat kun je ontdekken als je van heel dichtbij kijkt?
Bijvoorbeeld: Zit je op de wc? Leg zo meteen (als je dit uitgelezen hebt) je mobiel weg en bestudeer het wc papier eens. Wat voor kleur heeft het? Zitten er ribbeltjes op? Bloemetjes? Is het dik? Dun?
Wc papier.
Het lijkt zo normaal.
Maar zo lang bestaat wc papier niet. Vroeger had je geen papier om je kont af te vegen. En nog steeds heeft of gebruikt niet iedereen op de wereld die zo normale rollen.
Onze wereld zit kunstig in elkaar. Zowel de natuur als de materialistische dingen. Jijzelf zit ook kunstig in elkaar. Maar jezelf ontelbaar keren op internet zetten is niet nodig. Daar doe ik niet aan mee. Ik kies ervoor het goede voorbeeld te geven aan kinderen omdat foto’s op social media zetten gevaarlijk is.
Onbewust kijken of bewust zien?
Ga je ook kijken? Echt kijken? Misschien zie jij niks moois. Wie weet zie jij iets lelijks. Dat mag ook. Maar kijk verder of eigenlijk veel dichterbij dan de ongelooflijke selfies en social media. Er is zoveel meer te zien.
Is het normaal wat je ziet?
Is dat zo?
Weet je dat wel zeker?
Is jouw wc papier normaal? Waarschijnlijk vind je van wel. Maar weet je dat zeker? Je buurvrouw vindt haar wc papier normaal. Een paar honderd jaar geleden had je een poepstok normaal gevonden.
Heh? Wat? Een poepstok?
Ja.
In vele landen ontbreekt de toiletrol sowieso. Daarvoor hoef je niet naar het verleden. Vele mensen gebruiken water. En hun hand. Wc papier is een luxeproduct. En een gewoonte.
Dus. Kijk. Kijk goed en zie.
Hoe normaal is het wat je ziet? Verwonder je.
Vraag jezelf af: Wat is de reden dat ik meedoe met foto’s van mezelf of m’n kind plaatsen op social media ondanks dat het gevaarlijk kan zijn? Wil ik dat kinderen dat nadoen? Waarom zet ik steeds foto’s op Facebook, op Instagram, Tinder, Snapchat, Whatsapp, Blogs etcetera? Vraag jezelf af:
Wat is de echte reden?
Wil ik dat echt?
Wanneer je het echt wil en de echte reden weet: Wat is die?
Moet iedereen zien wat voor geweldige vakanties jij hebt?
Ben je bang dat anderen het raar vinden als je nooit foto’s plaatst of – zelfs – nergens op zit? Ben je bang dat je van alles belangrijks zult missen? Ben je zo gelukkig dat je alles letterlijk met de hele wereld wil delen? Moet iedereen zien wat een perfect leven jij hebt? Moet iedereen zien hoe gelukkig jij altijd bent? Is het erg belangrijk voor je werk? Moet je veel foto’s plaatsen om maar veel bekeken te worden?
Wil je erbij horen?
Dan kun je je afvragen:
Waarbij?
Je zou erg veel tijd overhouden voor je kinderen of je werk of je hobby -die dingen die je zo belangrijk vindt om met iedereen te delen- wanneer je zou stoppen met tijd besteden aan foto’s plaatsen, foto’s wisselen, perfecte foto’s maken, andermans foto’s bekijken en liken en berichtjes sturen en weet ik veel wat nog meer.
Mijn vraag aan jou is om me de andere kant te laten zien.
Wat is de reden dat jij zoveel intieme foto’s over de hele wereld stuurt?