Ruzie over geloof is heel normaal. Althans zo lijkt het. Voor veel mensen is God of hun geloof erg belangrijk, voor veel mensen niet zo erg belangrijk en voor veel mensen totaal onbelangrijk. Je persoonlijkheid krijgt vorm door je geloof – soms heel erg en soms wat minder en soms weinig. Want wat je gelooft en wat je niet gelooft, bepaalt voor een deel wie je bent. Wie je denkt dat je bent. Maar je bent je denken niet.
Hoezo ruzie over geloof?
Religie zorgt bijvoorbeeld dat je ergens bijhoort. Maar als de ene groep vindt dat hun God of hun geloof beter is dan die van de andere groep, kan er geruzie komen. Mensen hebben het vaak nodig, het gevoel dat ze ergens bij horen. Het gekke is alleen dat iedereen gelijk heeft.
Ik vind het belangrijk te beseffen dat het ene niet beter of slechter is dan het andere.
Elk geloof is goed
En ook niets geloven is goed. Maar niemand is de beste.
En daar gaat het vaak mis.
Er wordt enorm veel ruzie gemaakt over geloof
Hoe kan het toch dat zoveel mensen vinden dat hun idee, hun geloof, hun overtuiging, hun God de beste is?
Wanneer ik met 25 graden klaag dat ik een vreselijke hekel aan die hitte heb, me te pletter zweet en me traag voel en ellendig en ik letterlijk opzwel, heb ik gelijk. Mijn gevoel en overtuiging zijn precies zoals het is. Het is bloedheet.
Het is waar
Maar wanneer mijn oom en tante uit Afrika in de zomer een paar weken op vakantie zijn in Nederland, vinden zij het onvoorstelbaar koud. Met dezelfde 25 graden lopen zij te bibberen en hebben dikke truien en winterjassen aan. Ze hebben gelijk. Hun overtuiging en gevoel zijn precies zoals het is. Het is ijskoud.
Het is waar.
Ik heb gelijk. Zij hebben gelijk. We hebben allebei gelijk.
Een simpel voorbeeld, maar zo gaat het de hele dag door.
Iedereen heeft vanuit zijn of haar visie altijd gelijk
Het is zinloos om daarover ruzie te maken.
En toch doen we dat.
We maken zelfs ruzie over de temperatuur. De één vindt het koud in huis en wil de verwarming op 24, zelfs ’s nachts. De ander vindt dat heet en wil de verwarming op 18. En ’s nachts uit.
Het gaat hier over dezelfde omstandigheden en een verschillend gevoel daarover. Dat kan al voor problemen zorgen, omdat iedereen het prettig wil hebben en mensen de zaken geregeld willen hebben op hun manier. Op de manier die zij het beste vinden.
Inleven in een ander kunnen we wel, maar is moeilijker naarmate het idee van de ander verder van ons eigen idee afstaat
We maken ruzie over ons geloof of dat van een ander.
Eigenlijk gaat het nergens over, en toch willen mensen gelijk krijgen. Onze voetbalclub is de beste. Onze politieke partij is beter dan alle andere.
Onze God is de beste.
Over niets wordt zoveel ruzie gemaakt als over geloof.
Ik denk ook dat ik het beter weet
En toch weet ik dat iedereen gelijk heeft.
Jij hebt gelijk.
Elk geloof heeft gelijk. Als je dat gelooft, heb je gelijk. Als je niets gelooft, heb je ook gelijk. Maar ik wil mezelf niet boven de rest stellen. En toch kan het op sommigen zo overkomen, dat ik dat doe. In feite doe ik dat ook. Want in feite doet iedereen dat.
Een geloof is een geloof
Zelfs wanneer iets wetenschappelijk bewezen is, kan je daar een mening over hebben. En wetenschap of feiten zijn altijd gekleurd door meningen of subjectieve metingen of subjectieve inbreng. Een objectieve meting kan niet bestaan zonder een persoon, die in feite altijd subjectief is en invloed uitoefent op die meting of het meetinstrument. Hoezeer we ook ons best doen objectief te zijn.
Betrouwbaarheid en validiteit zijn ook maar bedacht door mensen
En worden door vele factoren beïnvloed waar we helemaal geen invloed op hebben of waar we geen weet van hebben. Ook al denken we graag van wel.
Is mijn mening.
Voor de duidelijkheid: ik bedoel niet dat alle wetenschap onzin is. Integendeel. Maar we weten meer niet dan wel.
We maken graag onderscheid tussen feiten en meningen en hypothesen en theorieën
Maar het blijft een zoektocht die nooit eindigt.
Feit is dat het regent. Mening is dat je de regen fijn of irritant vindt.
Maar wanneer regent het?
Wanneer spreken we van regen? Hoe groot of klein moeten de druppels zijn wanneer we spreken van regen? Miezert het of mist het? Of is het gewoon vochtig? Regen is wanneer de druppels vallen. Maar wanneer vallen ze? Valt de mist niet naar beneden? Dat is nog niet zo simpel, al lijkt het begrip regen heel duidelijk.
Feiten of meningen lijken duidelijk te onderscheiden, maar zijn dat niet altijd.
Er is dus ook een verschil tussen weten en geloven
Mensen die niet in een God geloven, weten zeker dat God niet bestaat. Ik kan God niet zien, er is geen wetenschappelijk bewijs voor dat er een God bestaat en daarom is het dus niet mogelijk dat er een God is.
Klopt.
De mensen die wel in een God geloven, weten ook dat ze gelijk hebben. Het maakt helemaal niks uit dat er geen bewijs is voor God, want als je gelooft heb je geen bewijs nodig.
Klopt.
Soms zelfs weet je iets, zonder dat er bewijs voor is en is het ook iets anders dan geloof. Voor mij is leven na de dood geen geloof, maar een weten, terwijl dat officieel niet kan. We weten soms dingen, hoewel het geen feit is en ook geen mening.
Dus iedereen heeft gelijk.
Maar omdat iedereen gelijk heeft, en ook gelijk wil hebben, ontstaat er vaak ruzie
Gelovigen, ongelovigen, moslims, christenen, hindoes, joden, boeddhisten en vele anderen, werken elkaar tegen. Er worden mensen kwaad gedaan.
En waarom?
Omdat iedereen gelijk heeft.
En hetzelfde is.
Snap jij het?