Mijn vader is dood en dat vind ik oneerlijk. Mag dat wel? Wanneer je een bepaalde leeftijd bereikt, ga je je volgens mij vaker afvragen hoe lang je zult leven. In ieder geval doe ik dat zelf. Want mensen om je heen worden ouder en gaan vaker dood. Je wordt zelf ouder en het leven is soms niet meer zo vanzelfsprekend. Als het dat ooit al was. Wat zijn de regels voor rouw en verdriet?
Je leeft. Je gaat dood. En je leeft lang. Of je leeft kort. En wat is dat dan? Lang? Of kort?
Zijn er regels over hoe lang of hoe erg je verdriet mag of hoort te zijn?
Vanochtend keek ik een dvd met daarop mijn vader. Hij was de bassist in een groot koor en bij een optreden in de schouwburg is een opname gemaakt. Mijn dochter pakte vanochtend spontaan die dvd tussen een lading dvd’s uit en vroeg: “Mama, wat is dat? Mag ik dat zien?”
Voordat we naar school gaan, zie ik dus onverwacht mijn papa levensecht voor me. Goede muziek, goed koor, goeie bassist. Hij staat er niet duidelijk op, maar ik kan zijn grijze bolletje duidelijk herkennen. Met een close-up van het combo is hij heel eventjes dichterbij in beeld. De vertrouwde gezichtsuitdrukking en zijn bewegingen, zijn mee mompelen met de zang.
Ik voel me blij en verdrietig tegelijk.
Ik vind het oneerlijk dat ie dood is.
Want hij had nog veel ouder kunnen worden. En hij was nog lang niet klaar om dood te gaan. Mijn kinderen waren te klein om hem zich nog te kunnen herinneren. Dus ze kennen hem alleen van foto’s en van mijn verhalen. En nu zien ze hem vaag in beeld. Opa. Maar niet zoals ik hem zie. Voor mij is het plaatje compleet.
Mijn herinnering.
Tastbaar kan ik hem horen. Ik zie hem met geluid en gevoel.
Zij niet. Zij zien een onscherp beeld van een hoofd van een meneer met grijs haar achter een hoop andere mensen. Opa. Lieve papa. Ik wil hem knuffelen maar dat gaat niet meer. In vind het niet eerlijk.
En dan krijg ik ’s middags bericht dat iemand onverwacht en plotseling is overleden. De vader van een kind bij mijn kinderen op school.
En ik voel me schuldig.
Want wat bof ik eigenlijk. Wat heb ik nou te klagen?
Dat kind is elf of misschien twaalf en zijn vader is zomaar dood. Opeens. Je bent een klein kind en je hebt al geen vader meer.
En ik heb verdriet om mijn vader en wil graag dat hij opa is voor m’n kinderen. Ik wil dat hij bij me komt eten. En dat hij zijn fiets parkeert voor het raam. Ik wil hem opbellen. Hem piano horen spelen. Ik wil dat hij de bassist is in dat koor en niet die andere die kwam omdat hij dood ging.
Eerlijk? Ik vind het oneerlijk dat ie dood is. Overtreed ik nu de regels van rouw en verdriet?
Want wat zeur ik nou?
Ik was zelf al moeder en heb nog afscheid kunnen nemen van mijn vader. Ja, hij is te vroeg dood gegaan. Maar wat is te vroeg? Hij had nog honderd kunnen worden. Zo hoort het, vind ik. Maar er zit nu een kind van elf zonder vader.
Dit kind heeft nu al geen vader meer. Dat is pas oneerlijk.
Zomaar, pats. Weg.
Baby’s sterven, kinderen gaan dood en er sterven mensen van zesendertig die kleine kinderen achterlaten. Er zijn mensen die doodgaan als ze 95 zijn. Als je moeder of vader 95 is, jong van geest, voor zichzelf zorgt, lekker in de tuin werkt en dan dood neervalt, mag je dan geen verdriet hebben? Mag je dan minder verdrietig zijn? Is je verdriet groter als je vader doodgaat wanneer je veertien bent, dan wanneer je achtendertig bent?
Zijn er regels voor verdriet en rouw?
Ik weet het niet.
De band die je met elkaar hebt, is natuurlijk ook van belang. Tenminste, dat zou je denken. Iemand die je erg lief vindt, daar hou je meer van. En daar heb je dus meer verdriet van. Of niet? Als je weinig of geen contact hebt met iemand, ook al is dat je vader of moeder, is het dan minder erg als die dood gaat?
Ik heb een aantal boeken over rouw gelezen en het staat me bij dat er ook een levensgroot verdriet kan zijn om iemand met wie je het contact had verbroken. Dus je zag je moeder nooit meer, omdat je dat niet wilde, maar nu ze dood is, heb je toch enorm veel verdriet. Omdat je dan zeker weet dat de band nooit meer zal worden zoals je dat graag had gewild.
Verdriet.
Om de persoon en het gemis.
Verdriet om hetgeen dat was en wat je nu mist.
Of verdriet om dat wat had kunnen zijn en om wat gemist is.
Allebei.
Wat is het verschil?
Is er wel een verschil?
Kun je oordelen? Ja, dat kan. Waarschijnlijk doet iedereen dat ook wel. Want we oordelen de hele dag door. Het lijkt toch stiekem wel of er regels bestaan voor de duur van je rouw en de ernst van je verdriet. Maar is dat terecht?
Iemand die een kind kwijt raakt en het leven weer op pakt en ook nog blij kan zijn, is dat verdriet dan niet diep? Houdt diegene dan niet van dat kind? Of moet diegene de rest van zijn leven blijven treuren? En iemand die vreselijk veel verdriet heeft om zijn vader, terwijl die stierf op zijn honderdste na een goed leven, is dat dan niet terecht? Stelt die zich aan?
Iemand die na het overlijden van een dierbare na een paar dagen weer aan het werk gaat en nergens last van heeft, is dat raar? Of normaal? En iemand die zich vier jaar na iemands overlijden elke avond in slaap huilt, is dat raar? Of normaal?
Verdriet en rouw zijn niet gebonden aan regels.
Gevoel is niet gebonden aan regels. Je voelt wat je voelt. Of niet voelt. En dat mag.
Besef dat hetgeen je iedere dag doet, zomaar voorbij kan zijn. Pats. Weg.
Leef.